ATP is een molecuul waar de energie in wordt opgeslagen die vrijkomt bij de verbranding van koolhydraten, vetten en eiwitten in onze cellen. Deze energie is direct beschikbaar.

Cellen bestaan uit een kern en uit cytoplasma.

De vloeibare basissubstantie in de cel wordt het cytosol genoemd.

Dit zijn een soort energie fabriekjes, waar met behulp van zuurstof (aeroob) en voedingsstoffen, ATP geproduceerd kan worden. ATP kan ook zonder zuurstof (anaeroob) worden gemaakt

ATP-CP, glycolytisch en het earobe systeem.

Dit wordt voornamelijk bepaald door de intensiteit en de lengte van de inspanning.

Het ATP-CP systeem is het eerste systeem die reageert op een inspanning. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van creatine om ATP te maken.

Zonder zuurstof (anaeroob).

Na 10 tot 20 seconden is de voorraad in de spieren hiervan zo goed als uitgeput. Het lichaam schakelt dan over op het glycolytische systeem.

Creatine moet worden aangevuld via een aeroob proces (met zuurstof). Dit duurt tot drie minuten.

Dit systeem breekt glucose af tot pyrodruivenzuur (pyruvaat) via een proces dat glycolyse wordt genoemd.

Deze vindt plaats in de cytosol.

Glycolyse breekt glucose af, en produceert zonder tussenkomst van zuurstof naast ATP ook pyruvaat.

Pyruvaat zorgt voor energie. Deze kan worden gebruikt voor een snelle verbranding (zonder zuurstof) of voor een langzame verbranding (met zuurstof).

Het snelle glycolytische systeem kan ongeveer een minuut lang energie leveren tijdens een maximale inspanning, en kan enkele minuten energie leveren bij een mindere inspanning.

Glycolyse kan tot 100x sneller energie leveren dan het aerobe systeem.

Aerobe ATP-productie gebeurd per definitie met zuurstof en vindt plaats in de mitochondriën.

1 Vetzuur levert 129 ATP.

1 Glucose molecuul levert 32 ATP.

1 Lactaat molecuul levert 15 ATP.

Snelle glycolyse heeft een netto opbrengst van 2 ATP en produceert 2 lactaat moleculen en dit brengt de totale opbrengst van een glucose molecuul op 32 ATP.

Koolhydraten (en creatine).

Deze piekt op een intensiteit van 65% van de VO2max.

Een lage glycogeen voorraad in de spieren en lever.

De VO2max of het maximale zuurstofopnamevermogen, is het maximale volume (V) zuurstofgas dat het menselijk lichaam per tijdseenheid kan transporteren en metaboliseren bij lichamelijke inspanning, gemeten op zeeniveau.

Hoe goed je lichaam in staat is om de zuurstof die je tijdens het sporten inademt om te zetten in energie.

High Intensity Interval Training (HIIT) is dat je door middel van intervals in een korte tijdsduur een intensieve inspanning levert.

Bij een HIIT-training combineer je kracht, conditie en vetverlies in één training. Je verbrandt hierbij veel calorieën per workout, maar door het afterburn effect blijf je na de training vet verbranden.

De ideale hartslag voor vetverbranding ligt ongeveer tussen de 60% en 70% van je maximale hartslag.

Een vuistregel is 220 minus je leeftijd.